Kees Kappers vertelt na 72 jaar over Oom Kees Kappers

Kees Kappers vertelt na 72 jaar over 5 september 1944

In gesprek met Kees kappers en zijn vrouw Petra Kappers-Snaauw. Elk jaar komt Kees kappers uit Apeldoorn samen met zijn vrouw Petra Kappers, op uitnodiging van de gemeente Cranendonck, naar de dodenherdenking in Budel-Dorplein. Kees Kappers uit Apeldoorn is vernoemd naar de op 5 september 1944 in Budel-Dorplein, door de Duitse SS vermoorde verzetsheld Kees Kappers uit Winterswijk.

Dit jaar brengen ze voorafgaand aan de dodenherdenking op 4 mei 2016 een bezoek aan (auteur) René Vos in Budel. De reden hiervoor is dat bij het opruimen van de zolder een doosje met opschrift ‘oom Kees’ is aangetroffen. Over de inhoud afkomstig, van zijn in Budel-Dorplein, vermoorde oom heeft neef Kees Kappers uit Apeldoorn enkele vragen aan mij. Het wordt zo kort voor de dodenherdenking een memorabel bezoek, met de vraag, wat zit er in het doosje met het opschrift ‘Oom Kees’.

 Op 4 mei 2016 brachten Kees en Petra Kappers uit Apeldoorn het doosje met opschrift ‘Oom Kees’ mee naar Budel. Het doosje was, vanwege het feit dat Kees vernoemd was naar Kees Kappers, door de familie bij hem ondergebracht. Het was zijn vader Piet Kappers die zijn broer Kees Kappers in 1944 nog opzocht aan de grens van Budel-Dorplein en Hamont. “Zij hadden blijkbaar een bijzondere band vandaar dat ik naar hem vernoemd ben”, vertelt neef Kees.

Het doosje bevat alle spullen die na de dood in 1944 op de kamer van Kees Kappers in Cantine in Budel-Dorplein zijn gevonden, aangevuld met enkele postuum aan Kees Kappers uitgereikte medailles.

kappers-1

cantine Boven: Kees Kappers en zijn vrouw Petra tonen enkele postuum verleende medailles van Oom Kees Kappers. Onder: De Cantine in Budel-Dorplein.

Het doosje bevat enkele bijzondere laatste brieven, een Bijbel, een aantekenboek met ‘wetenschappelijke’ aantekeningen en een fraai fotoboekje; uit zijn verkeringstijd met foto’s van Budel-Dorplein, uit de jaren 40.

Onze middag op 4 mei 2016 start, na een korte warme begroeting, met het voorlezen van de laatste brief geschreven door Kees kappers op 3 september 1944 aan zijn ouders. De brief wordt voorgelezen door neef Kees. De brief uit 1944 begint met een excuus dat Kees Kappers niet kon afreizen naar huis. De vraag is, kon Kees Kappers dat niet of had hij een veel belangrijkere taak te volbrengen? Op 5 september 1944 namelijk, twee dagen na het schrijven, wordt hij vermoordt door de Duitse SS.

De brief voorgelezen door Kees klinkt alsof Kees Kappers hem in 1944 net zelf schreef en nog eens na leest. Na het voorlezen is even stil. Iedereen aan tafel voelt het: dit was de laatste brief van Kees Kappers, verzetsheld, vermoord door de Duitse SS op 5 september 1944.

Dorplein, 2 september 1944

Lieve Moeder en Bep,

Het is Zaterdagmorgen, 11 uur, ik ben vrij tot dinsdag en zou naar huis gegaan zijn waar ik ook erg veel zin in had. Maar het gevaar wat er telkens dreigt door beschietingen en bombardementen dat elke dag erger wordt heeft me er van teruggehouden. Gisterenmorgen om half acht zou ik gaan. Ik had nachtdienst gehad.

Ik besloot echter te wachten tot het zou gaan regenen ‘s middags. ’s Morgens was het helder. Die regen kwam ook inderdaad maar de vliegers bleven ook niet weg. Het was hier gisteren, vooral ’s morgens, raak in Limburg en Brabant. Ik was nog even naar bed gegaan maar om half tien hoorde ik een paar jagers naar beneden komen. Ik eruit en voor mijn raam zag ik met de verrekijker heel duidelijk dat ze op de spoorlijn neerdoken en een trein tot doel hadden uitgezocht. Na een paar flinke roffels trokken ze omhoog en verdwenen naar België maar kwamen even later terug en begonnen opnieuw. Het was een Duitse troepentrein die wel kapot is. Of er doden bij waren weten we niet. Zo dichtbij overdag had ik dit beschieten van een trein nog niet meegemaakt. Het was op de lijn Eindhoven – Weert waar ik langs moest. Ik vond het wel een waarschuwing voor me alsof die vliegers zeggen wilde “pas nu op en als je niet moet blijf dan thuis”. Nou ik ben hier thuis gebleven.

In Roermond hebben ze talrijke treinen beschoten in Sittard naar men zegt het station kapot in Vlodorp een munitietrein de lucht in verder nog bruggen over de Maas stuk. Zo gaat het hier. Het is te voorzien

We liggen niet ver meer achter het front en de wegen en kanalen enz. waarlangs de Duitsers terugtrekken worden ook bestookt. In Frankrijk gaat het kolossaal snel. Lees de krant maar. Ze zitten zo in België en ik reken op nog 2 a 3 weken dan zijn de Tommies ook in Den Haag. Ik schrijf dit wat uitvoerig om U te waarschuwen. Moe, ga nu maar niet meer naar huis toe en blijf waar je bent. Het wordt te gevaarlijk!. Wees voorzichtig en als het zover is blijf dan binnenkamers. We hopen elkaar toch na de bevrijding allen toch weer gezond terug te zien. Het kan ook anders gaan natuurlijk gelukkig weten we niets vooruit!. Wij zitten er nog veel dichterbij dan jullie. Jo (auteur: Jo Wilterdink was zijn verloofde) heb ik gebeld en gezegd dat ik niet kom. Ze vond het jammer maar verstandig. We wachten nu tot na de oorlog. Het zal nu gauw gedaan zijn hier ten minste. Laat Gre maar thuis bij tante blijven dan heeft die ook gezelschap. Ik kreeg een lange brief van tante Sientje. Keurig gestelde zinnen en zonder fouten, bijna! Een prestatie hoor als nooit schrijft en tegen de 80 loopt. Of Piet (auteur: Piet Kappers is zijn broer) nog hier komt weet ik niet, in verband met de dingen die gebeuren gaan, is het misschien beter van niet. Wij hebben hier weer eens een huiszoeking gehad. Ze zochten goed maar vonden niks. Het zal de laatste misschien geweest zijn.  Dank voor je brief Bep. Met oom gaat het wat beter. Nu moe, het zou toch fijn zijn als hij de vrede nog mee kon beleven want dat zal toch wel iets heerlijks zijn, He!. Nieuws is hier verder niet. De sluis bij het kanaal van Weert is de lucht in gesprongen nu kan er geen schip meer door en hebben we niets te doen op de kempen.

Nu moeten we weer velddienst doen en nachtdienst. Voor ons dus een strop. Maar voor de goeie zaak moesten we het over hebben. Hier gaat het verder best en ik hoop voor jullie hetzelfde. Rust maar goed uit. Daag groeten aan alle bekenden vooral oom het beste vrienden en Gre en jullie beiden een,

Zoen van Kees.


Wie was die Kees Kappers eigenlijk?.

Kees Kappers werd geboren op 25 juli 1916 te Winterswijk. Vader, rijwielhandelaar, was op het moment van zijn geboorte al 70 jaar. De streng orthodox-protestantse-christelijke opvoeding maakte Kees tot een serieuze jongen. Op zondag voetballen en dansles was er dus niet bij. Na de lagere school ging Kees naar de ULO en daarna naar de ‘kweekschool’ in Doetinchem. Kees was voorbestemd om onderwijzer te worden.

Tijdens die studiejaren leerde hij zijn verloofde kennen, Jo Wilterdink. Hij haalde zijn onderwijsakte maar werk als leraar was er niet. Na een korte tijd gewerkt te hebben in de spiegelfabriek, trad hij per 1 september 1938 in dienst bij de belastingdienst, als douane beambte. In de functie van grenskommies werd hij vervolgens geplaatst in Vaals, Berg aan de Maas en daarna in Budel-Dorplein aan de Belgische grens.

Zijn verloofde, Jo Wilterdink, kwam regelmatig op bezoek en mooie foto’s van fietstochten door de dorpen van dit stel zijn vastgelegd in het eerder genoemde fotoboekje wat nu in bezit is van neef Kees. Na de dood van Kees Kappers zal Jo Wilterdink vele jaren de liefde niet vinden. Tot overmaat van ramp blijkt haar nieuwe liefde een SS verleden te hebben waarna de relatie verbroken wordt. Pas als ze de 70 is gepasseerd vindt Jo Wilterdink uiteindelijk het ware liefdesgeluk.

Foto 3

Kees Kappers en Jo Wilterdink aan de Zuid Willemsvaart

Al in 1942 vormde Kees Kappers samen met wachtmeester Jan Zandvliet een belangrijke schakel tussen het Nederlandse en Belgische verzet. Vele krijgsgevangenen, piloten (waarover later meer), Joden en andere vluchtelingen werden de grens over geholpen. De Commiezen en Marechaussees hadden immers toegang tot gebieden waar anderen niet mochten komen. Daarnaast kenden zij de paden, aan het oog onttrokken voor buitenstaanders, waar bij ze zonder controle van het ene naar het andere land konden komen. Ze controleerden op die paden en de personen met onbehoorlijke papieren werden zoveel mogelijk de grensovergang geweerd. Dit vaak om de schijn hoog te houden. Kees Kappers leerde naast Jan Zandvliet ook andere commiezen kennen die woonden in de Cantine in Budel-Dorplein. Onder hen waren Niek Schallenberg en Henk van Straten (97). Laatst genoemde gaf in 2015 nog een lezing in de Schakel in Budel-Dorplein. Niek Schallenberg zou op 16 januari 1941 al toetreden tot Belgische ‘Witte Brigade’. Als gevolg daarvan dook hij vrij snel onder bij de zusters in de Cantine.

 

foto 4


Kees Kappers de in zandverstuiving in de Buulderbossen

Uit het boek ‘Het verborgen Front, geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog Deel II’ door Dr. A.P.M. Cammaert een reconstructie hoe het zover had kunnen komen op die rampdag, 5 september 1944 in Budel-Dorplein. 

In samenwerking met de Belgische collega’s verlegde de groep in Budel het accent in de tweede helft van de zomer naar sabotage. Zo werd in de nacht van 25 op 26 augustus 1944 in opdracht van A.F. Sols, de opvolger van M. Royers als sectoroverste van het Belgische Geheim Leger, een sluis in de Zuid-Willemsvaart ter hoogte van Weert opgeblazen. Aan Nederlandse zijde had zich inmiddels een afzonderlijke tak van deze Belgische organisatie gevormd: de Hollandse Nationale Brigade (H.N.B.). Na de oproep van Radio Oranje op 4 september om over te gaan tot treinsabotage liet de afdeling Budel-Dorplein van de H.N.B. het oog vallen op de goederenspoorlijn tussen Hamont en Weert. Het was namelijk uitgelekt, dat een militair transport langs dit traject zou plaatsvinden. Verscheidene H.N.B.-ers, onder wie J. Zandvliet, K. Kappers, N.J. Schallenberg en A.E. van der Putten, schroefden dezelfde avond nog de rails los. De gevolgen waren desastreus. De volgende ochtend omstreeks 11 uur ontspoorde niet de verwachte trein, maar een trein met door S.S.-ers bewaakte krijgsgevangenen en gewonde militairen. Het baanvak raakte volkomen geblokkeerd. Er vielen tientallen slachtoffers en vele gewonden. In Budel-Dorplein zelf raakten kort na de treinontsporing verscheidene gewapende H.N.B.-ers in gevecht met vluchtende N.S.B.-ers, van wie er enkele werden gevangen genomen. Een van de N.S.B.-ers ontsnapte en vertelde de woedende S.S.-ers bij het treinwrak dat er op hem en andere N.S.B.-ers was geschoten door gewapende burgers. Het zouden dezelfde zijn als degenen die aansprakelijk waren voor de ontsporing van de trein. Op grond van deze mededeling omsingelden de S.S.-ers het dorp. De H.N.B.-ers, J. Zandvliet, C. Kappers, J.Th. Stevens, A.E. van der Putten en de broers L.L. en M.H. Looymans vluchtten naar een bij het dorp gelegen ven. Het hulpgeroep van de N.S.B.-ers lokte de S.S.-ers naar het nabij gelegen Ringselven. Daar werden de zes H.N.B.-leden op aanwijzen van de NSB op beestachtige wijze vermoord.

foto 5

De ontspoorde trein in de zandverstuiving Buulder bergen (archief zinkfabrief Budel-Dorplein

Zoals in het begin van dit artikel beschreven schreef Kees Kappers in zijn brief van 3 september 1944 ‘dat hij niet kon afreizen’. Nu wordt wel duidelijk waarom, hij had een veel belangrijkere taak te volbrengen. Kees was als lid van de douaneploeg aan grens al jaren betrokken bij het verzetswerk en nauw betrokken bij het Belgische verzet de, ‘Witte Brigade’ genoemd. Bij het naderen van de geallieerden was alles in gereedheid gebracht om de sabotageactie uit te voeren. De douanepost ‘De Kempen’ gelegen aan de zuid Willems vaart werd bemand door douane personeel en zes Duitse soldaten.

Zodra de Duitsers, bij de naderende bevrijding, zouden vluchten zou de opdracht onder de code zin “Ik heb een mooie nest met (x-aantal) jonge honden” worden gegeven. Het aantal ‘honden’ zou het aantal vertrokken Duisters aangeven.

Op dinsdag 5 september 1944, ook wel dolle dinsdag genoemd, verlieten de Duitsers in alle haast de post en werd de gecodeerde opdracht gegeven: “Ik heb een mooie nest met 6 jonge honden”.  De opdracht om het spoortraject tussen Budel-Schoot en Weert te vernietigen werd gegeven en uitgevoerd. Schreef Kees niet in zijn brief We hopen elkaar toch na de bevrijding allen toch weer gezond terug te zien. Het kan ook anders gaan natuurlijk gelukkig weten we niets vooruit!’.

En het liep anders. Zijn moeder en familie zouden pas in april 1945 vernemen dat Kees op 5 september 1944 was vermoord door de Duitse SS. In een interview in 2009 met Jan Beijk verneem ik hoe ‘de 6 van Dorplein’ mensonwaardig waren toegetakeld. Schaamteloos verminkt, vrijwel onherkenbaar. Jan Beijk haalt ze samen met zijn broer op en legt ze in het mortuarium bij de zusters in ‘de Cantine’.

Het was douanier Niek Schallenberg die op 5 september 1944, tijdens de zoektocht naar de 6 van Dorplein, door de zusters verstopt werd onder het beeld van Heilige Sint Joseph in de klooster kapel. Zodoende ontliep hij, in het bezit zijnde van alle namen van onderduikadressen, ternauwernood de moordlustige Duitsers.

Deze Duitsers, ontspoord en gestrand in de Buulderbergen werden gewaarschuwd door NSB-ers. Deze NSB-ers waren eerder gevlucht richting Duitsland en teleurgesteld teruggestuurd aan de grens. Bij terugkeer werden ze door de vier verzetleden, Kees Kappers, Jan Zandvliet, Antoon van der Putten en Theo Stevens, beschoten en gevangen gehouden in de Cantine.

foto 6

De ontspoorde trein in de zandverstuiving Buulder bergen (archief zinkfabrief Budel-Dorplein

Als de gealarmeerde Duitsers de NSB-ers te hulp schieten verstoppen de vier verzetsleden zich in het nabij gelegen Ringselven. Er volgt een razzia door veelal dronken en razende Duisters. De familie Dor was van de gevluchte verzetsleden op de hoogte en de kinderen werden er op uit gestuurd om ze van eten te voorzien.

Uit het boek Gebroken Vleugels: (Vliegtuig crash Duitse Junker 88-S op 24 december 1944 te Budel-Dorplein, vertelling mw. La Croix-Dor). Vertelling: Ik sprong van schrik op bij die crash op 24 december 1944 in een gedeelte van het trappenhuis voor ons huis en hield me daar schuil steeds kijkend naar het neer stortende vliegtuig. Het vliegtuig crashte op de hei tussen de 1e en 2e Peel. Ik ging snel naar binnen en vertelde het voorval aan mijn familie die ook de crash hadden gehoord. Omdat de Peel onbegaanbaar en verlaten gebied was zijn we die avond niet meer gaan kijken. Juist omdat de Peel een gebied was dat moeilijk te bereiken was zijn er in de oorlog vaak mensen ondergedoken in een schuilhut die lag tussen de eerste en tweede Peel.  

Zo ook op die bewuste 5 september 1944 een dag waarop Budel-Dorplein aan een ramp is ontsnapt. Ik weet nog dat ‘Lange Jan’, Joh van Zandvliet, bij ons kwam aangerend en aan mijn vader smeekte om hem te verstoppen. Wij wisten dat er een trein gesaboteerd was en men op zoek was naar de sabotageploeg. Mijn vader verwees hem naar de schuilhut en ik zie hem nog wegrennen. Zo hard dat hij halverwege viel en zijn pistool bijna verloor. Om ze te helpen haalde we nog een oude kaas uit de kelder die voor speciale gelegenheden was bewaard. Mijn broer Christian en ik zijn met de boot nog naar ze toe geweest en troffen daar ‘lange Jan’(Jan Zandvliet) aan.

Ze wisten dat ze verraden waren en niet veel later verscheen er een NSB-er aan de rand van de Peel gevolgd door de Duitsers die jacht maakten op de sabotageploeg. Hij wees de plaats waar ze verstopt zaten. In linie liepen ze bij ons door de tuin begeleid met honden. Toen het schieten begon kwamen ze al snel tevoorschijn. Mijn moeder had telefonisch contact met onze buren. Dit was de broer van mijn vader, Frans Dor, en zijn vrouw. De buurvrouw vertelde door de telefoon van minuut tot minuut wat er zich afspeelde in onze achtertuin. Uiteindelijk werden ze op beestachtige wijze vermoord. Het was een rare en angstaanjagende tijd die oorlogsjaren.

Uiteindelijk werden naast de vier nabij het Ringselven omgebrachte verzetsmensen Kees Kappers, Jan Zandvliet, Antoon van der Putten en Theo Stevens ook de twee broers Martin en Leo Looijmans in de nabijheid van de ontspoorde trein vermoord.

Canadese piloot Donald Rutherford

De Canadese piloot Donald Rutherford zal Kees Kappers heel zijn leven lang niet vergeten voor de hulp die Kees aan hem bood. Op 28 mei 2017 hebben we het voornemen om een monument te plaatsen op ‘de Toom’ in Budel. Dit ter nagedachtenis van de op de Toom omgekomen bemanningsleden van de Halifax bommenwerper die daar crashte op 28 mei 1944. Tevens is het voor voorbijgangers een blijvende reminder dat vrede zoals wij dat heden ten dage kennen geen vanzelfsprekendheid is.

De onthulling zal gepaard gaan met een boek genaamd ‘Toom crash 1944’. Bij het onderzoek voor het boek kwam ik, via Ad van Zandvoort (Eindhoven), op het spoor van Donald Rutherford. De Canadees Rutherford was bomrichter en overleefde als een van de enigste de crash op de Toom in Budel. Bij zijn vluchtpoging belandde hij uiteindelijk langs de Zuid Willemsvaart, op de grens met Nederland en België. Hier werd hij opgevangen door de familie Meijer en de douaniers die op deze grenspost waren gestationeerd. Allereerst dook hij onder in een schuilplaats onder de grond. Door de zware regenval in die eerste maand werd hij ziek en uiteindelijk overgebracht naar de woning naast het grenskantoor. Dit natuurlijk met alle risico’s van dien. Langs het huis op de grenspost verbleven elke dag zes Duitse grenswachten. Een van de douaniers die hem van het begin af aan hielp is Kees Kappers. Hierbij loopt Kees groot risico. Na twee maanden wordt de situatie zo nijpend aan de grens dat de Canadees Rutherford weg moet. Om daar te komen begeleidt Kees Kappers hem met de fiets naar het station. Ze zijn net onderweg als Rutherford een kapotte band rijdt. Achter op de fiets zittend en groetend naar de Duitsers, die Kees Kappers kennen van zijn aanwezigheid aan de grens, bereikt hij het station. Hier wordt Rutherford overgedragen aan het Belgische verzet en met de trein weet hij de stad Luik te bereiken. Kort na zijn aankomst in Luik verneemt hij over de moord op de ‘6 van Dorplein’. Ook zijn helper Kees Kappers is onder de vermoorde jongens. Hij is er kapot van.

Op 8 september 1944 wordt Luik bevrijdt door de Amerikanen en komt de Canadees Rutherford uiteindelijk veilig en gezond weer zijn thuis in Canada. De gebeurtenissen tijdens zijn onderduikperiode laten hem echter niet los. Ook mentaal heeft hij in de eerste jaren na de oorlog veel last van de opgebouwde spanning tijdens die onderduik periode. Zo werd hij jarenlang om 05:30 uur wakker. Het tijdstip waarop de Duitsers normaliter een razzia uitvoerde en hij naar een schuilplaats moest. Na terugkeer schrijft hij als arts in opleiding een artikel in de krant. Drie alinea’s heb ik vertaald en geven een goed beeld van de emotie waarmee deze Canadees terugkijkt op de ‘6 van Dorplein’ en in het bijzonder Kees Kappers.

Vertaling uit het artikel van Donald Rutherford:

  1. Het is moeilijk om de juiste woorden te vinden en vaak schokkend om te vertellen welk voorbeeld deze jonge jongens hebben gesteld voor de wereld.
  2. Vier maanden lang zat ik ondergedoken achter de Duitse linies. Europese jongens maakte mijn overleving mogelijk. In Nederland was er een jonge student, net van school (Kees Kappers), die me met gevaar voor eigen leven, twee maanden in leven hield. Ik leefde in de bossen en drie keer per week bracht hij me eten. Wie ’s nachts na de avondklok buiten kwam werd onmiddellijk doodgeschoten.
  3. Op de foto (bidprentje) de Nederlandse jongens. Ik ontmoette alleen Kees Kappers. Alle zes zaten ze in het verzet in de sector waar ik zat ondergedoken. Deze vrienden van me werden op een rij gezet en vermoord om levens te redden van jongens die ons dierbaar waren hier in Canada.
foto 7

Artikel Donald Rutherford uit collectie Ad van Zantvoort

foto 8

bidprentje van de ‘6 van Dorplein’ Kees Kappers is rechts onderaan afgebeeld.

Dit brengt me terug naar 4 mei 2016 aan tafel bij mij thuis, met Kees Kappers en zijn vrouw Petra Kappers-Snauw. Zwijgend zitten we tegen over elkaar als Kees de laatste woorden uit een oorkonde van zijn oom voorleest, “vermoord op 5 september 1944”. In zijn fotoboekje staat Kees Kappers, gefotografeerd door zijn verloofde, in zijn witte jas. Op de achtergrond zijn verstopplaats vanwaar hij later zal worden vermoord.

foto 9

Kees Kappers aan het Ringselven te Budel-Dorplein in 1944

Na de oorlog ontvangen de nabestaanden postuum enkele Nederlandse en Belgische onderscheidingen. “Sinds jaren komen we op 4 mei terug naar de herdenking in Budel-Dorplein”, zegt Kees Kappers. “We worden daar altijd voor uitgenodigd door de gemeente Cranendonk. Na verloop van tijd kennen we steeds meer mensen die er bij betrokken zijn zoals de voorzitter van de Wapenbroeders afdeling Cranendonck, dhr. Jan Roost en enkele lokale mensen uit Budel en Budel-Dorplein. Dodenherdenking in Budel-Dorplein blijft voor ons steeds weer een bijzonder emotioneel moment”.

Bronnen:

    • Interview Kees en Petra Kappers, 4 mei 2016.
    • Foto’s uit de collectie Kees en Petra Kappers.
    • Het verborgen Front, geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog Deel II’ door Dr. A.P.M. Cammaert.
    • Gegevens Canadese piloot Donald Rutherford via Ad van Zantvoort (Eindhoven).
    • Project Toom crash 1944 te realiseren op 28 mei 2017.
    • Overige geraadpleegde boeken ‘Sporen uit het Verleden’ en ‘Gebroken Vleugels’ auteur Rene Vos (2011 en 2014).