DWIGHT ALAN FRY CRASHT OP ‘DE SCHORIK’ IN BUDEL, 1943

Het is 14 oktober 1943, zo rond 14:00 uur, als zich boven het gebied ‘Dun Aerdbrand’, gelegen tussen Budel en Maarheeze, een adembenemend schouwspel afspeelt. Twee vijandelijke vliegtuigen, een Amerikaans en een Duits gevechtsvliegtuig, zijn met elkaar in gevecht. Vele inwoners van onze dorpen zien dit schouwspel of raken er later op een of andere manier bij betrokken. Uiteindelijk wordt het luchtgevecht gewonnen door het Duitse toestel. Het Amerikaanse toestel crasht in Budel aan ‘De Schorik’ (Schoordijk). De 21-jarige Eerste Luitenant Dwight Allen Fry, de onfortuinlijke Amerikaanse piloot, zal zijn crash in Budel en de moed van het Maarheezer, Belgische en Franse verzet om hem veilig thuis te brengen nooit vergeten. Hier volgt zijn verhaal aangevuld met vele ooggetuigenverslagen en een bijdrage uit het Amerikaanse familiearchief van de familie Fry. 1943: Luchtgevechten in het jaar van de ommekeer De Nederlandse samenleving had vanaf 1943 in toenemende mate last van de Duitse bezetting. Langzaam maar zeker raakten de Duitse maatregelen elke burger, ook die in onze dorpen: de rantsoenen verminderden en de vervolging van joden, zigeuners, homoseksuelen en politieke tegenstanders werd hoe langer hoe genadelozer. Het verzet organiseerde zich echter beter, onder andere in Maarheeze door de verzetsgroep ‘De Vrijbuiters’. In 1943 sloeg de balans definitief door in het voordeel van de geallieerden. In februari 1943 werd duidelijk dat de Duitsers bij Stalingrad een grote nederlaag hadden geleden. Het tij keerde zich in het voordeel van de geallieerden, mede door de inzet van techniek en vernuft. Een oplossing om bijvoorbeeld het vernietigende Duitse luchtafweer te verstoren, was de inzet van het zogenaamde ‘Window’. Grote hoeveelheden uitgeworpen strookjes aluminiumfolie misleidden de Duitse luchtverdediging, die daardoor op de radar, een naderende formatie niet meer zag aankomen. Deze aluminium linten waren met name bedoeld om het radarstation tussen Maarheeze en Weert met de codenaam ‘Truthahn’ (kalkoen) te verstoren. Op de foto nog een afbeelding van deze radarpost nadat deze was opgeblazen op 5 september 1944. ‘Truthahn’ was gestationeerd rechts in het weiland (Hoogbosweg) richting Daatjes Hoeve. De sokkel staat anno 2017 nog steeds dominant in de wei. Boven Nederland vonden in 1943 in toenemende mate felle luchtgevechten plaats tussen de Amerikaanse luchtarmada’s en de Duitse gevechtsvliegtuigen.

2. truthanFoto: De restanten van de radarpost ‘Truthahn’ direct na het vernietigen op 5 september 1944.

De Luftwaffe reorganiseerde zich en wist regelmatig vele overwinningen te boeken. Toch eiste de slijtage in het Duitse Jagdgeschwader haar tol. Naarmate de luchtoorlog verhevigde, liepen de Duitse verliezen op. Steeds meer ervaren Duitse vliegers sneuvelden en alsmaar vaker verschenen onvoldoende geoefende vliegers aan het front. Een keerpunt werd in juli 1943 bereikt. Voor de eerste keer sinds mei 1940 lagen de Duitse verliezen boven ons land hoger dan die van de Engelse Royal Air Force en de Amerikaanse Luchtmacht (USAAF) samen. Al deze signalen waren een teken dat de grenzen van Hitlers macht in 1943, zowel in het oosten als in het westen, waren bereikt. Vanaf 27 januari 1943 vloog de Achtste Amerikaanse Luchtmacht overdag naar doelen in Duitsland. Daarbij werden direct zware verliezen geleden. In het begin vooral in het noorden van het land, toen de doelen in het Duitse kustgebied lagen, maar vanaf het  voorjaar van 1943 kwamen de Amerikaanse toestellen verspreid over heel Nederland neer. In de gemeenten Cranendonck en Hamont-Achel crashten in 1943 zeven geallieerde en één Duits toestel, waaronder op 14 oktober 1943 de Amerikaanse Republic P-47D Thunderbolt gevlogen door Luitenant Dwight Alan Fry. Om een goed beeld te krijgen van de impact van deze crash heb ik contact gezocht met de familie van Dwight Alan Fry. Zijn kleinkind Chris Powell schrijft het volgende over zijn opa.

Dwight Allen Fry

Uit de brief van Chris Powell: Het vliegen zit ons in het bloed. Maar liefst drie generaties vlogen, zelfs mijn moeder. Ik meldde me net als mijn opa en overgrootvader bij het Military Institute in Virginia en ging in dienst bij de marine. Ik zelf vloog vijf jaar lang de S-3 Viking en diende twee uitzendingen in de Perzische golf, in 1999 en 2001 (Operatie Southern Watch). Ik werk als vrijwilliger bij het 8th Air Force museum in Pooler. Ik schrijf artikelen en een van deze artikelen gaat over mijn opa, Dwight Fry. Dwight Allen Fry werd geboren op 14 mei 1922 in Boise in de Amerikaanse staat Idaho. Zijn oom Ralph Fry vloog gedurende de Eerste Wereldoorlog als Amerikaans piloot. Deze oom Ralph Fry was een van de commandanten van de Amerikaanse luchtmacht in de Filipijnen toen de Japanners Pearl Harbour aanvielen. Oom Ralph had een sterke invloed op Dwight Fry en nam hem op zijn twaalfde al mee de lucht in. Nadien was er eigenlijk geen twijfel meer wat Dwight Fry later zou worden; vliegenier! Dwight meldde zich aan in 1941 en vloog diverse vliegtuigen zoals de AT-6 en de P-38. Hij slaagde in 1942, waarna hij uiteindelijk via allerlei omzwervingen belandde in Richmond bij 353rd Fighter Group op Byrd Field. Het squadron van Fry werd uitgerust met Republic P-47D Thunderbolt gevechtsvliegtuigen. Helaas mochten daar vanwege het voorkomen van onnodig verlies van vliegtuigen geen luchtgevechten mee geoefend worden. Dit resulteerde in het feit dat ze hopeloos onervaren voor de oorlog boven Europa afreisden. Met de boot Queen Mary reisde Fry in 1943 af naar Engeland waar hij belandde op het vliegveld te Metfield. Kort daarna werd Fry ingezet en hij scoorde ‘two kills’, een Duitse Me Messerschmitt 109 en een Junker-88. Het gevecht en de crash in Budel op 14 oktober 1943, kort na zijn eerste overwinningen, zijn uit zijn eigen aantekeningen in het familie-archief. De woorden tussen haakjes zijn verklaringen van begrippen door mij. 14 oktober 1943 “04.30 uur: Het regende erg hard. Geen missie vandaag dacht ik nog. Snel naar het ontbijt met verse eieren. Na het ontbijt moesten we ons zoals gewoonlijk melden in de ‘briefing room’. Ik dacht nog dat we te horen kregen dat we ons de hele dag zouden moeten bezig houden met ‘trainingsfilms’, maar niet dus! We escorteerden op deze missie bommenwerpers richting Düren (D) die als doel een kogellagerfabriek in Schweinfurt (D) hadden. Niemand geloofde dat we met deze laaghangende bewolking en regen zouden vliegen. We maakten ons klaar en stonden klaar op de startbaan. Ik dacht dat ze de ‘rode flare’ (lichtkogel, het sein voor het vertrek) nooit zouden geven maar toch om 11:52 uur werd de lichtkogel afgevuurd. Met 52 gevechtsvliegtuigen verlieten we het vliegveld in Metfield, in het graafschap Suffolk (GB). Deze dag zou uiteindelijk de geschiedenis ingaan als ‘Black Thursday’ – Zwarte Donderdag, omdat toen 60 van de 291 ingezette B-17 bommenwerpers niet terugkeerden naar de basis. Elke bommenwerper telde 10 jonge bemanningsleden! Percentagegewijs de grootste verliezen ooit voor de Amerikaanse luchtmacht.

1. Eager Beaver

De ‘Eager Beaver’ kort voor vertrek.3. briefing

Briefing voor de missie

4. Fry kort voor vertrek

Dwight Alan Fry in zijn P-47 D ‘Eager Beaver’ kort voor vertrek op zijn laatste missie.

Ik vloog in mijn Thunderbolt, P-47 code Y-LH, die ik gekscherend ‘Eager Beaver’ (gretige bever) had genoemd. Dit als dubbele betekenis voor een High School T-Shirt wat ik ooit gekregen had. Deze dag werden we ingezet om B-17 bommenwerpers te escorteren naar een kogellager-fabriek in Schweinfurt (Duitsland). We vlogen met zes squadrons P-47’s en zorgden op een deel van de heen- en terugreis voor beveiligingsescort. Van de drie ingezette squadrons gevechtsvliegtuigen werden zowel op de heen- als terugweg drie squadrons al teruggeroepen omdat hun bommenwerpers te laat waren en ze anders zonder brandstof kwamen te zitten. Dit
was een flinke tegenslag. Wij wisten toch nog 19 Duitse gevechtstoestellen, die de formaties aanvielen neer te halen, waarvan in totaal 8 boven Nederlands-Belgisch grondgebied. Uiteindelijk werd de operatie toch als een succes beschouwd omdat de B-17, nadat we ze verlaten hadden, 186 Duitse toestellen als ‘confirmed kill’ (uitgeschakeld) rapporteerden, 27 als ‘vermoedelijk’ en 89 als ‘beschadigd’. In totaal dus 302 Duitse toestellen.

Ik vloog in formatie met de piloten Dewey, Walsh, Rimerman en ik zelf als no. 4 in mijn ‘wing’. Rimerman was onze commandant. Tegen de tijd dat we terug moesten keren, dit was gepland om 13:30 uur, zag onze commandant enkele Duitse gevechtstoestellen en sommeerde ons nog 5 minuten langer te blijven. Onze formatie vloog door en toen een Duitse formatie de bommenwerpers aanviel wierp mijn commandant zich in de strijd. Mijn squadronleader Kapitein Blickenstaff wist echter niet dat hij vanuit de zon benaderd werd door 2 Duitse Fw-190 gevechtsvliegtuigen. Ik riep nog “Blick, high right!” maar wist niet dat zijn radio op dat moment niet werkte. Ik wierp me direct in de strijd en toen ik naar beneden vloog zaten er direct twee 190’s (type Focke-Wulf 190) achter me die meteen begonnen te schieten. Ik zag dit en met een listige manoeuvre verborg ik me ‘in het zonlicht’ om vandaaruit mijn belagers aan te vallen. Dit werd echter gezien en de twee vijandelijke toestellen die achter me aan zaten braken hun aanval af. Ik vervolgde mijn aanval op het toestel wat het meest rechts vloog. Ik kreeg de kans om goed in positie te komen. Vervolgens schoot ik met alles wat ik had op het Duitse toestel. De Duitse piloot verliet het toestel waarop ik, met mijn minachting voor de vijand, nog probeerde om de parachute te raken, zoals ze dat overigens ook later bij mij zouden doen. Het tweede toestel was echter teruggekeerd en vloog nu direct achter mij aan. Met de Duitser in mijn kielzog nam ik een steile duik naar rechts waarbij ik de boomtoppen raakte. De Duitser was hiervan niet echt onder de indruk en bleef mij volgen. Ik realiseerde me al snel dat een duikvlucht niet veel uithaalde zodoende ging ik dicht over de grond vliegen met enkele acrobatische manoeuvres. Ik maakte gebruik van de wind en maakte een halve looping (een zogenaamde Immelman). Opnieuw maakte ik een duikvlucht maar de Duitser liep steeds meer op mij in. Klaarblijkelijk was dit iemand van de Duitse elite die achter me aan vloog. Toen maakte ik mijn eerste fout, om nog meer snelheid te maken ging ik horizontaal vliegen. Kort daarna drong een 20 mm explosief in mijn super charger. De ‘manifold pressure druk meter’ (luchtdruk in cilinders) daalde direct naar 42 . De hoop om de Duitser in zijn snelle FW 190 te ontlopen was verdwenen. Ik was geraakt met een schampschot langs mijn rechter wenkbrauw en een schampschot in mijn rechter arm, waaruit beide bloed vloeide. Ik besloot dat ik het uit moest vechten, hier op deze plaats. Ik won wat tijd door over de boomtoppen te scheren in de hoop dat de Duitser alsnog een fout zou maken. Ik maakte een scherpe bocht en kwam in een betere positie. Echter, we hadden allemaal geleerd dat draaien in een bocht pure suïcide was, nou dat was raar genoeg precies wat ik deed! Direct daarna werd ik geraakt.

Het laatste wat ik me herinnerde was dat ik op mijn instrumenten keek op mijn dashboard, en zag dat ze er één voor één mee ophielden. Er ontplofte een 20 mm explosief in mijn cockpit en delen ervan scheurden mijn ‘Mae West’ (reddingsvest) midden door. Ik voelde de verwondingen in mijn buik die pijnlijk aanvoelden. Ik realiseerde me dat als ik uit het toestel wilde springen nu
de tijd was aangebroken. Het toestel was te zeer geraakt om verder te vliegen. Ik bracht mijn toestel tot zo’n 350 meter boven de grond (het volgende gebeurde in minder dan 30 seconden). Ik maakte het scherm boven me los en ging staan om eruit te springen. Met 180 km per uur verliet ik het toestel en achterover tuimelend door de luchtdruk werd ik meegezogen en raakte ik met mijn billen en enkel de staart van mijn vliegtuig waardoor ik een snee opliep in mijn bil en drie botten brak in mijn voet. Met bloed in mijn mond bedacht ik dat mijn parachute onbruikbaar was geworden door de botsing met de staart van mijn vliegtuig. Ik zweefde nu enkele honderden meters boven de grond bijna bewusteloos en met de gedachte zo de grond te raken en pijnloos te overlijden. Ik besloot toch zo hard als mogelijk aan het parachutekoord te trekken in de hoop dat ik geluk zou hebben. Toen de grond en de bomen onder me steeds dichterbij kwamen, hoorde ik het opengaan van mijn parachute. Op 50 meter hoogte ging hij open en gaf me een ‘snuk’ waardoor ik mijn beide laarzen verloor. Direct daarna kwam ik met beide benen, in een klein open terrein, op de grond terecht. Ik voelde mijn botten kraken en voelde het harnas van mijn parachute ontspannen. Ik ging meteen op zoek naar dekking in het bos. Direct daarna hoorde ik de motor van de FW-190 die naar me op zoek was. Hij vloog net boven de boomtoppen en op zijn terugweg schoot hij nog een salvo kogels over mijn parachute die voor me op een open veldje lag. Ik kon hem geen ongelijk geven, ik had net zijn ‘wing-man’ uitgeschakeld. Ik had het overleefd, maar waar was ik? In Budel begreep ik later!“ (nabij de grens Budel-Maarheeze).

15. Cadet pas Dwight A. Fry zwCadet Pas Dwight Alan Fry

De Duitse piloot die Fry neerschoot was Oberleutnant Adolf Glunz, van het 5./Jagdgeschwader 26, een vanDuitsland beste piloten. Adolf ‘Addi’ Glunz was een van de WO II ‘Azen’. In totaal vloog hij 574 gevechtsmissies. Hierbij voerde hij 238 aanvallen uit. Tijdens deze aanvallen op geallieerde toestellen boekte hij 71 overwinningen, waaronder die op Fry. Adolf Glunz overleed in 2002 op 86-jarige leeftijd aan Alzheimer).

Dwight vertelt verder: “Toen ik mijn parachute wilde opruimen hoorde ik de eerste Duitse vrachtauto al stoppen, er werden allerlei bevelen geschreeuwd. Ik wierp mijn uitrusting af en strompelde richting mijn parachute om die te begraven. De geluiden van de Duitsers werden echter steeds luider en ondanks de instructies liet ik mijn parachute liggen. Ik verstopte me onder een dikke dennenboom die in het midden stond van een klein veldje met hoog gras. Net
als een gewond konijn groef ik me in en keek hoe de Duitsers dichterbij kwamen. Ik kon alleen maar bidden dat ze me niet zouden zien. Ze waren nu zo’n 75 meter van me af, zouden ze mijn bloedspoor gezien hebben? Plotseling volgde er een commando en ze stapten in hun vrachtwagens en vertrokken naar het zuiden. Ik begon te bibberen en constateerde dat ik uit mijn mond bloedde, mijn rechterarm had een flinke wond, ook was mijn buik geraakt en had ik een flinke scheur in mijn bil. Ik besloot morfine en sulfanilamidepoeder te gebruiken en legde een tourniquet aan om mijn been. Dit alles had zo’n sterk effect dat ik vrijwel onmiddellijk in een diepe slaap wegzakte. Toen ik wakker werd, zag ik een prachtige hemel met mooie sterren. Ik kreeg het direct erg koud en dacht terug aan mijn jeugd thuis met Kerst en mijn Christelijke kerkgemeenschap. Ik begon te bidden en viel weer in slaap tot de volgende ochtend. Ik wist dat ik in Nederland was, net over de grens met België. Mijn rechterbeen was er inmiddels slecht aan toe. Het stonk naar rotte vis, een teken dat als ik niet snel hulp zocht ik het been zou verliezen. Het kon twee kanten op gaan; of ik zou gevangen worden genomen of ik zou ontsnappen. Ik zag twee jonge jongens aan het werk op het veld. Ik strompelde er naar toe en zei. “American flyer, shot down, wounded, help me please?” (dit blijken de gebroeders Ceelen uit Maarheeze te zijn die op het land aan het werk waren). Ze aarzelden geen seconde en haalden een tandem achter een hooibaal vandaan. Hierop reden we naar een grote witte boerderij waar even later een dokter arriveerde (dokter Raeven uit Soerendonk). Hij sneed de delen van de kogel uit mijn arm en verbond mijn been. Mijn been genas wonderbaarlijk snel en
na een week werd ik op transport gezet. Ik was blijkbaar precies op de zogenaamde ‘Comet Escape Line’ geland. (‘Comet Escape Line’ was de ontsnappingsroute vanuit Nederland via België naar Frankrijk en uiteindelijk Spanje). De ‘ondergrondse’ behandelde me goed, ik wist dat ze groot gevaar liepen. Als ze gepakt werden, liepen ze risico dat het hele gezin werd geëxecuteerd! De spanning van die tijd heb ik nog steeds. Geregeld word ik ’s nachts nog wakker niet wetende of ik thuis ben of bij de ondergrondse. Via België (Hamont) ben ik samen met Gerald Lorne vervoerd naar Frankrijk. (Gerald Lorne crashte op 31 augustus 1943 achter de zinkfabriek in Budel-Dorplein. Ze worden beide getransporteerd door Charles Willekens van station Neerpelt naar Antwerpen). Via het Belgische en Franse verzet kwam ik uiteindelijk, via de Pyreneeën, in het neutrale deel van Spanje. Op 30 december 1943 arriveerde ik in Engeland om vervolgens op 30 januari 1944 weer terug te keren op mijn basis in Metfield. Volgens een van de voorschriften werd ik als teruggekeerde piloot, na te zijn neergeschoten, buiten de oorlog gehouden. Het vervelende is dat mijn terugkeer nooit goed is geregistreerd. Zo sta ik als ‘vermist’ geregistreerd en is mijn naam merkwaardig genoeg, ondanks mijn protest, gegraveerd
op het Virginia War Memorial. Ik kreeg voor mijn bijdrage enkele hoge onderscheidingen uitgereikt zoals een Silver Star en maar liefst 2 Purple Hearts. Eén Purple Heart voor mijn verwondingen en één voor mijn overlijden. Die laatste heb ik maar teruggestuurd. Na mijn terugkeer werd ik instructeur bij de luchtmacht en benoemd tot kapitein. Ik mocht niet meer vliegen, dat was zo nu eenmaal bepaald. Na enkele jaren hield ik het werken in de luchtmacht voor gezien. Ik keerde definitief terug naar Richmond. Ik was al getrouwd in maart 1944. Samen met mijn vrouw kreeg ik een dochter genaamd Terry.“ Kort na dit interview uit 2004 overleed Dwight Alan Fry aan hartfalen op 26 april 2005. Hij is begraven op de Hollywood Cemetery in Richmond, Virginia (USA).

Ooggetuigeverslagen: 

Onderstaand enkele ooggetuigenverslagen. Het is altijd opmerkelijk om te zien hoe de grote lijn in de verhalen wel overeenkomt maar daarnaast ook weer rigoureus afwijkt op bepaalde punten.

Ooggetuige Niek Corstjens, Meemortel 2 te Budel in 1997:
“We waren aan het ‘buntsteken’ (takkenbossen bij elkaar aan het binden voor het maken van bezems) toen we een luchtgevecht zagen vlak bij ons. Ik woonde toen met mijn familie in de Heikant in Budel. Om precies te zijn in het laatste huis links, richting het huidige vliegveld.Toentertijd stonden er verder geen huizen. Ik zie het nog voor me; de Duitser zat er vlak bovenop en de Amerikaan maakte geen schijn van kans. De Amerikaanse jager begon te branden en we zagen dat de piloot er met zijn parachute uit sprong. Hij dreef af richting de Buulderbossen. Ik zie nog steeds deze man voor me hangend aan zijn spierwitte parachute. Hij is waarschijnlijk in de bossen terecht gekomen.

Het vliegtuig stortte neer vlakbij de Schoordijk (toen een zandpad) bij het verlengde van de Schoordijk richting het huidige motorcrossterrein. Deze piloot is, heb ik later van horen zeggen, afgevoerd door een boer die naar het verbrande vliegtuig liep”.

9. Niek Corstjens in 2-8-1997 zw“Ik weet nog goed dat er een luchtgevecht aan de gang was boven de Buulderbossen, het ging er flink aan toe. Omdat het steeds dichterbij kwam, ging ik op een gegeven moment maar in de sloot zitten. Even later zag ik het geallieerde vliegtuig dat in brand stond naar beneden komen en een parachute ontvouwde zich in de lucht. De piloot landde achter op de landerijen van de boerderij van Van Lent aan de Rijksweg te Maarheeze. Later hoorde ik dat hij aangeklopt had bij een boer nabij de Oude Rijksweg. Die heeft hem overgebracht naar Harrie en Trien Semler. De Semlers woonden in een woonwagen aan de Vogelsberg te Maarheeze en waren actief in het verzet. Harrie Semler zou hem verstopt hebben in een dubbele bodem onder zijn woonwagen. Wat er verder met de piloot is gebeurd, weet ik niet. Even later zijn we gaan kijken naar dat neergestorte vliegtuig. Het was neer gekomen langs de weg waar nu het motorcrossterrein ligt. Om precies te zijn net achter ‘De Heiloop’. Het vliegtuig had aan de ene kant de sloot geraakt en was doorgeschoten. Er stond een Duitse schildwacht op de zandweg om er op te passen”.

Ooggetuige Toon de Werdt, Keunenhoek te Budel in 2010:
“Het verhaal dat ik vertel, heb ik vaak gehoord. Sjang en Toon Ceelen waren aan het ploegen op de landerijen achter Van Lent. Hier lag de grond van Sjaak Heesen die ze bewerkten. Ze zien na een luchtgevecht een piloot naar beneden komen aan een parachute. De piloot landde enkele meters van hun vandaan. Ze verstaan elkaar niet maar Sjang gebaart dat hij alles uit moet trekken. Ze begraven zijn kleren en trekken hem snel een oude overall aan. Ze brengen hem naar een van de boeren in de buurt. Geholpen door Huub Peeters en Everard Winters uit Maarheeze wordt hij later naar dokter Raeven gebracht. Dit omdat hij, bij het verlaten van het vliegtuig, gewond is geraakt aan zijn bil. Niet veel later wordt de piloot opgehaald en verborgen”.

Ooggetuigen Harry Smeets en Gerard Smeets uit Budel
“Het vliegtuig is gecrasht achter op de Schoordijk. Om een indruk te geven van de plek: In het verlengde van de Schoordijk kruist “De Heiloop” (zo noemden wij die inderdaad vroeger) deze weg. Een eindje verder heb je de zogenaamde “schietberg” tegen de bosrand. Tussen de kruising van de Heiloop met de Schoordijk en de Schietberg (afstand mijns inziens enkele honderden meters) kwam het vliegtuig al glijdend in het weiland rechts van de weg neer. Of er nog mensen inzaten of er uit gesprongen zijn is bij mij niet bekend. Ik was destijds 9 jaar en ik was op de bruiloft van mijn tante Mina Jaanen en Frans Govers (uit het bekende winkeltje
op de Schoordijk). De bruiloft werd gehouden in de boerderij van mijn grootvader schuin tegenover de winkel van Govers. Wij waren achter op de Schoordijk aan het wandelen, met enkele leeftijdsgenoten, vlakbij de plek waar het toestel neer kwam. Ook Giel Govers (broer van de bruidegom) was daar met toen nog zijn verloofde Van Seggelen uit Budel-Schoot. Hij sommeerde ons om in de droogstaande bermsloot te gaan zitten ter bescherming. Het was mooi droog weer. Terwijl ik, erg geschrokken natuurlijk, angstig terugkeerde naar de familie op de bruiloft, kwam vanuit het dorp een massa mensen naar de plek gesneld, ook toen was er al ramptoerisme”.

Uit het boek ‘De doodstraf als risico’ van J. Bussels, 1981.
“Hubert Peeters uit Maarheeze zorgde weer voor een vlieger. Op donderdag 14 oktober 1943 schoot een jager de Amerikaan 1st Lt Dwight Alan Fry in zijn Thunderbolt “Eager Bever” LH-Y, 513 van het 350e Squadron, 353 Fightergroup, in een luchtgevecht boven Budel neer toen hij bommenwerpers naar Schweinfurt escorteerde. De Duitsers begonnen een grootscheepse jacht in het hele gebeid maar Peeters liep net samen met Everard Winters in de bossen rond toen hij hem naar beneden zag zweven. Toen we aankwamen was hij net zijn parachute aan het
verbergen en trok zijn hemd uit om een wond te verbinden. Bij het springen had het toestel hem geraakt en een snee over de lengte van zijn bil veroorzaakt. Zijn laarzen was hij ook kwijt geraakt bij het springen. Ik heb hem in een gat in de grond verborgen. Dan ben ik in Maarheeze Dokter Raeven gaan halen. Deze heeft de wond verzorgd. Maar met die wond mocht hij niet langer in de grond zitten. Dan heb ik hem over de grens geleidt. De vrouw van de douanier Louis Vrolix haalde hem over de grens. Vandaaruit is hij getransporteerd naar dokter Cuypers in Neerpelt die hem opnieuw verzorgde. Daarna leidde men hem naar Bert Spooren. Hier vertoefde hij nog enkele dagen voordat hij naar Antwerpen mocht vertrekken”. Dit laatste gebeurde door Charles Willekens die als transporteur 75 piloten van Neerpelt naar Antwerpen vervoerde.

Crash restanten gevonden aan ‘de Schorrik

In Budel In 2010 en 2011 is deze crash locatie door mij enkele keren onderzocht. Wat opviel bij het onderzoek is dat er een laag zand verwijderd is van de huidige grond. Hierdoor zijn er natuurlijk al veel resten weg. Wat ik hoofdzakelijk aantrof waren kleine restanten plaatwerk van aluminium en vele gebroken munitie-onderdelen. De munitie is gedateerd 1943 en is door de hitte van de brand aan boord van het vliegtuig ontploft na de crash.

11. gevonden restanten Schoordijk zw

Resten van B-17 bommenwerper in Budel 

Dwight Alan Fry begeleidde B-17 bommenwerpers die een missie in Duitsland als opdracht hadden. Zoals beschreven in het verhaal van Dwight Alan Fry werden deze formaties ook boven Budel aangevallen. Hierbij liepen ze averij op. In de gemeente Cranendonck is er geen Amerikaanse B-17 bommenwerper gecrasht wel zijn er door mij in 2016 nog grote onderdelen gevonden van een B-17. Deze grote delen, (zie foto) inclusief ontplofte munitie, werden gevonden op een weiland gelegen aan de Poelderstraat in Budel. Nader onderzoek wees uit dat het ging om delen van een zogenaamde ‘Ball Turrent’. Deze ronddraaiende geschutskoepel zat
onder aan een B-17 bommenwerper en kon zodoende, de onderdoor vliegende Duitse vliegtuigen, uitschakelen. Hierin zat het kleinste bemanningslid in een benarde positie. Wat er gebeurd is met het vliegtuig en deze persoon is onduidelijk maar de verbrande restanten en de ontplofte munitie, slechts 10 cm van hem vandaan, wijzen op een dodelijke afloop. Ooggetuige Dhr. Zentjens, Grensweg te Budel, vertelt in 2017: “We liepen op het einde van de oorlog bij ‘de
paaltjes’ dat was nabij de grensovergang (BE-NL) richting Budel-Schoot. Daar lag op een dag ineens in de sloot zo’n geschutskoepel. Het was net of hij uit de lucht was komen vallen. Hij was flink kapot en volgens mij zat er niemand in”.

12. Ball Turrent Poelderstraat zw

Slotwoord

Dit verhaal van een jonge Amerikaanse piloot maakt maar weer eens duidelijk dat de impact, van de luchtoorlog boven onze dorpen, op vele levens erg groot is geweest. Jaren na de crash werd er nog veel over gepraat en gespeculeerd wie die Amerikaan nu eigenlijk was geweest en hoe het hem vergaan is. Dit artikel geeft daar antwoord op. Mocht u nog eens behoefte hebben om de crash-site van Dwight Alan Fry te bezoeken rij dan naar de verlengde Schoordijk in Budel, direct achter ‘de Heiloop’, aan de rechterkant in het weiland. Deze landbouwgrond is momenteel eigendom van Guillaume van Cranenbroek.

Bronnen
– Archief dhr. Ad van Zantvoort (Eindhoven)
– Archief familie Fry, Richmond (USA)
– Archief Charles Willekens, Achel (B.)
– Escape and Evasion Report D.A. Fry in National Archives , Washington (USA), zie:
https://catalog.archives.gov/id/5555001
– Website 353rd Fighter Group, zie: https://353rdfightergroup.wordpress.com
– Interviews Harry en Gerard Smeets, Dhr. Zentjens, Toon de Werdt, Jan Slenders,
Niek Corstjens.
– René Vos, Gebroken Vleugels, Luchtoorlog boven Cranendonck en Hamont-Achel
1940 -1945, (Budel 2011);
– J. Bussels, De doodstraf als risico (z.pl., 1981)
– J. Biemans, ‘Verzetsgroep “De Vrijbuiters” in Maarheeze’ (I-VI) in: Aa-kroniek 29
(2010) nr. 3 – 30 (2011) nr. 4, met name aflevering V ‘I am your sincerely grateful
friend’: pilotenverhalen 1943-1944’ in: Aa-kroniek 30 (2011), 183-204.